-
1 Sprache
Sprache〈v.; Sprache, Sprachen〉♦voorbeelden:neuere Sprachen • moderne talenin sieben Sprachen schweigen • in alle talen zwijgendie Sprache auf eine Sache bringen • iets ter sprake brengen〈 informeel〉 hast du die Sprache verloren? • heb je je tong verloren?jemandem bleibt die Sprache weg • iemand is sprakeloosmit der Sprache nicht herausrücken • 't niet willen zeggen, zijn mond niet opendoen〈 informeel〉 heraus mit der Sprache! • zeg op!zur Sprache bringen • ter sprake brengen -
2 Tapet
Tapet〈o.〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:¶ etwas aufs Tapet bringen • iets te berde, ter sprake brengenaufs Tapet kommen • ter sprake komen -
3 vorbringen
vorbringen1 naar voren brengen, aanvoeren, ter sprake brengen -
4 anreißen
anreißen♦voorbeelden: -
5 ansprechen
ansprechenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 (positief) reageren, werken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan-, toespreken♦voorbeelden:4 ein Problem, Thema ansprechen • een probleem, een thema aansnijden, behandelen -
6 aufrollen
-
7 aufwerfen
aufwerfen1 opwerpen, op-, omhooggooien ⇒ met een ruk opheffen4 openwerpen, opengooien5 (op)werpen, (op)gooien♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
8 die Sprache auf eine Sache bringen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die Sprache auf eine Sache bringen
-
9 etwas aufs Tapet bringen
etwas aufs Tapet bringeniets te berde, ter sprake brengenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas aufs Tapet bringen
-
10 zur Sprache bringen
zur Sprache bringen -
11 anschneiden
См. также в других словарях:
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon